Week 1
In week 1 leer/herhaal je de tafels van 1 tot en met 12. Daarnaast leer je werken met opgaven waarin de komma verschoven is.
Voorbeelden van dit type opgaven zijn 0,008 . 700 en 20 . 300.
Je beheerst de opgaven van week 1 voldoende als je ze kunt maken in een tempo van minimaal zes per minuut en je minimaal 90%
van de opgaven goed maakt.
Week 2
In week 2 leer je de ontbindingen van getallen tot 100 en de kwadraten van 1 tot en met 16.
In week 1 heb je leren werken met kommaverschuivingen en ook bij de opgaven van week 2 gaan we de komma verschuiven.
Je beheerst de opgaven van week 2 voldoende als je ze kunt maken in een tempo van minimaal vijf per minuut en je minimaal 90%
van de opgaven goed maakt.
Week 3
In week 3 leer je de kwadraten van 17 tot en met 32, de kwadraten van 51 tot en met 59 en de kwadraten van getallen die eindigen
op een 1, 5 of 9.
In week 1 heb je leren werken met kommaverschuivingen en ook bij de opgaven van week 3 gaan we de komma verschuiven.
Je beheerst de opgaven van week 3 voldoende als je ze kunt maken in een tempo van minimaal vijf per minuut en je minimaal 90%
van de opgaven goed maakt.
Week 4
In week 4 leer je verdubbelen, halveren, vermenigvuldigen met 5 en delen door 5.
In week 1 heb je leren werken met kommaverschuivingen en ook bij de opgaven van week 4 gaan we de komma verschuiven.
Je beheerst de opgaven van week 4 voldoende als je ze kunt maken in een tempo van minimaal vier per minuut en je minimaal 80%
van de opgaven goed maakt.
Week 5
In week 5 leer je vermenigvuldigen met 4 en 25 en delen door 4 en 25.
In week 1 heb je leren werken met kommaverschuivingen en ook bij de opgaven van week 5 gaan we de komma verschuiven.
Je beheerst de opgaven van week 5 voldoende als je ze kunt maken in een tempo van minimaal drie per minuut en je minimaal 80%
van de opgaven goed maakt.
Week 6
In week 6 leer je opgaven van het type (a+b)(a-b) en vermenigvuldigingen waarbij het ene getal een veelvoud van het andere is
(bijna kwadraten).
In week 1 heb je leren werken met kommaverschuivingen en ook bij de opgaven van week 6 gaan we de komma verschuiven.
Je beheerst de opgaven van week 6 voldoende als je ze kunt maken in een tempo van minimaal vier per minuut en je minimaal 90%
van de opgaven goed maakt.
Week 7
In week 7 leer je opgaven van het type tientallen en eenheden, deelsommen waarbij een getal gedeeld wordt door zijn wortel en
de machten van de getallen 2, 3, 4,5, 6 en 7, die kleiner zijn dan 1025.
In week 1 heb je leren werken met kommaverschuivingen en ook bij de opgaven van week 7 gaan we de komma verschuiven.
Je beheerst de opgaven van week 7 voldoende als je ze kunt maken in een tempo van minimaal vijf per minuut en je minimaal 90%
van de opgaven goed maakt.